Deze handboog heeft rechte werparmen en kan uit één geheel bestaan of uit een middenstuk (handvat) en twee losse latten. Een van de oudste vormen is de longbow, gemaakt van een bijna ronde boogstaaf uit één stuk. Eveneens eendelig is de flatbow, waarbij de werparmen plat en wat korter zijn. Beide voorgenoemde handbogen zijn vaak van hout vervaardigd.
Echter, de handbogen die tegenwoordig te koop zijn, zijn heel vaak composietbogen. Deze bestaan uit een middenstuk en twee platte latten van composietmateriaal zoals bijvoorbeeld glasvezel of koolstofvezel (carbon). Composietmateriaal heeft als voordeel dat de mechanische eigenschappen perfect toegespitst kunnen worden op het beoogde gebruik en dat er bij het vervaardigen van composietbogen een hoge mate van uniformiteit is in de uiteindelijke prestaties van het materiaal. Dit geeft ook de mogelijkheid om een boog te kunnen finetunen door bijvoorbeeld andere latten te gebruiken.
Net als bij een traditionele boog, kan een recurveboog uit één deel bestaan of uit een middenstuk met twee latten. Het verschil is dat de werparmen bij een recurveboog aan de uiteinden naar voren gebogen zijn in ongespannen toestand. Eenmaal opgespannen, zijn de recurve werparmen meer effectief in het overdragen van energie dan rechte werparmen, ze hebben tenslotte al een stuk meer voorspanning. Een recurveboog is dus niet alleen krachtiger dan een in grootte gelijke traditionele boog, hij kan ook nog eens compacter gehouden worden als vergelijkbare prestaties gehaald moeten worden.
Iets compleet anders is de compoundboog. Deze bestaat uit een middenstuk en twee korte werparmen die aan de uiteinden excentrische katrollen hebben waarover de pees loopt. De pees is drie keer zo lang als bij een traditionele of recurveboog en door het katrolsysteem kan een compoundboog een stuk krachtiger uitgevoerd worden. Waar bij een traditionele of recurveboog de trekkracht toeneemt met de treklengte en hij dus het zwaarst is als hij volledig gespannen is, loopt de trekkracht bij een compoundboog aanvankelijk snel op tot het maximum, maar door de werking van de excentrische katrollen neemt de benodigde trekkracht vervolgens weer af naarmate de maximale treklengte wordt bereikt. Dit is de zogenaamde let-off.
U kunt dus een krachtiger boog gebruiken waarbij u slechts even door een maximale kracht heen hoeft te trekken, waarna de kracht tijdens het richten nog slechts een fractie daarvan is. Een compoundboog met bijvoorbeeld een trekgewicht van 40 lbs (Engelse pound) en een let-off van 75% heeft bij de maximale treklengte nog maar een trekgewicht van 10 lbs, wat als voordeel heeft dat uw spieren minder snel vermoeid raken, hetgeen de nauwkeurigheid ten goede komt ten opzichte van een boog waarbij het trekgewicht maximaal is bij de maximale treklengte.
Een handboog kan voorzien zijn van diverse accessoires, zoals een vizier en stabilisatorstangen. Daarnaast zijn er voor u als boogschutter ook enkele nuttige en eigenlijk ook wel noodzakelijke accessoires, waarbij u kunt denken aan een armbeschermer die voorkomt dat de pees tegen uw onderarm slaat en een vingertap die de druk op uw vingers verlicht en blaren tegengaat.
Logischerwijs heeft u een setje passende pijlen nodig en een pijlenkoker is daarbij ook handig. Vergeet niet dat u een stevig doelpak nodig heeft om op te kunnen schieten, alsmede een blazoen (boogschietschijf) om op te kunnen richten.
Het is ontzettend belangrijk om u goed te laten voorlichten over welke boog het best past bij uw verwachtingen en bij uw lichaam. Zo dient u eerst te bepalen of u een linkse of rechts handboog nodig heeft. Normaliter werd hiervoor gekeken naar het dominante oog, maar u kunt ook besluiten uw dominante hand te gebruiken voor de beste fijngevoeligheid aan de pees. Mocht u gekruist dominant zijn en dus hierbij een tegengesteld dominant oog hebben, dan kunt u de kijktechniek gebruiken waarbij u met beide ogen open richt. Hierna kiest u de treklengte en vervolgens het trekgewicht:
U bepaalt het voor u geschikte trekgewicht door een gewicht te kiezen waarbij u de boog zo’n 30 seconden gespannen kunt houden zonder noemenswaardig te gaan trillen. We raden daarom ten zeerste aan onze experts om advies te vragen als u besluit om uw eerste handboog te kopen.
Omdat het trekgewicht voor zoveel mensen anders is, kan het niet in een tabel worden bepaald. Om jullie toch een kleine indicatie als startpunt te geven, houden we als basisrichtlijn voor beginnende boogschutters grofweg het volgende aan, waarbij we willen benadrukken dat het absoluut geen wet van meden en perzen is: